Klik hier voor nieuwe projecten

Persberichten

terug

Windenergie op zee: goed voor duizenden banen in Nederland

Nederlandse bedrijven, kennis- en opleidingsinstituten hebben een gouden toekomst als kansen worden benut en slim wordt geïnvesteerd in de ontwikkelingen van windenergie op zee. Windenergie op zee kan uitgroeien tot een nieuwe sterke economische activiteit voor Nederland met duizenden nieuwe banen.

Dat staat in het nieuwe programma “Wind op zee”, dat vandaag is gepubliceerd en aan de Haagse politici zal worden aangeboden. Ecologie, recycling van windturbine materialen, opleiding en training, schone schepen en Europese samenwerking zijn ingrediënten van het programma. Binnen het regeerakkoord moet windenergie op de Noordzee een rol spelen om de Europese doelstelling van 20% duurzame energie in 2020 te realiseren.

Het programma “Wind op zee” beschrijft een integrale aanpak vanuit kennis-, onderwijsinstituten en bedrijfsleven waarbij duizenden nieuwe banen worden gecreëerd. De hoogstaande Nederlandse kennis, opleiding en training, de sterke internationale positie van de Nederlandse offshore bedrijven en de geschikte havens geven Nederland een unieke kans. Die kans moeten worden benut.

  • Windmolens draaien op wind en leveren:
  • schone elektriciteit (CO2-vrij)
  • duizenden blijvende banen
  • nieuwe duurzame economische activiteiten

De toepassing van windenergie op zee moet gebeuren met:

  • schone schepen
  • nieuwe offshore elektrische infrastructuur (Europees offshore Net)
  • milieuvriendelijke en makkelijk herbruikbare materialen (“cradle to cradle”)
  • ecologisch verantwoorde:
    • locaties
    • funderingen
    • installatiemethoden

Het Kennis en Innovatie Agenda (KIA-) programma “Wind op zee” [1], is geschreven voor het Kennis Innovatie Programma en sluit aan op het advies van de Taskforce “Windenergie op Zee” [2] aan het ministerie van Economische Zaken. Belangrijke aanbevelingen van de Taskforce zijn:

  • publiekprivate samenwerking is noodzakelijk is om de kapitaalkosten te drukken,
  • de concessietermijn moet worden verlengd tot 40 jaar om over langere tijd te kunnen afschrijven
  • het weergeven van de doelstelling in opgewekte elektriciteit, terawatturen (TWh), in plaats van het opgestelde vermogen in megawatt (MW).

Het formuleren van een doelstelling in opgesteld vermogen is minder zinvol. “Je stimuleert innovatie door de doelstelling te vertalen in hoeveel schone energie je wilt produceren in plaats van hoeveel vermogen je opgesteld wilt hebben”, zo zegt Aad Veenman, voorzitter van de Taskforce, “en innovatie verlaagt de kosten, zo simpel is het”. Verder zegt hij: “We hebben berekend dat bij uitvoering van onze tien aanbevelingen deze samen kunnen leiden tot een relatieve besparing van 4 tot 5 miljard euro, het creëren van een groot aantal banen en het versterken van de Nederlandse offshore industrie”.

“Wij zijn er van overtuigd dat samenhangende activiteiten binnen een integraal programma na grondige evaluatie op meerdere locaties tot substantiële toename van de economische activiteit zullen leiden. Het gaat daarom niet over “of-of” maar over “en-en””, zegt Cees van Duyvendijk, oud lid van de Raad van Bestuur van TNO en voorzitter van de Maritime Campus Netherlands. De heer van Duyvendijk zegt ook, dat “een gerichte en samenhangende integrale nationale aanpak noodzakelijk is en dat dit programma tot een succesvolle innovatieve en economische impuls op het gebied van Offshore Wind kan leiden”.

De analyse en het advies van de Taskforce richt zich op de rol van de overheid om 6.000 MW op het Nederlandse deel van de economische zone te realiseren. Het KIA-programma legt het accent op de interactie tussen onderzoek, onderwijs en ondernemers, kennisvalorisatie en werkgelegenheid.

Het KIA programma sluit uitstekend aan op de aanbevelingen van de Taskforce en zijn complementair aan andere nationale en Europese onderzoekprogramma’s. Belangrijk is een stevig overheidsfundament onder de nieuwe economische sector: windenergie op zee.

--------------------------------------------------------------------------------

[1] KIA programma Wind op Zee, eindredactie: Hans Bais, Chris Westra en Marja Doedens

[2] Rapportage Windenergie op Zee, eindredactie: Dr. Ir. A.W. Veenman, auteurs: Ir. A.B. van der Hem en Ing. Th. J. Kramer